Op deze pagina zijn de verwachte wijzigingen m.b.t. de inkomstenbelasting voor 2023, en waar mogelijk verder, samengevoegd.
De maatregelen gaan nogal veel over wijzigingen binnen het boxenstelsel van de inkomstenbelasting. Hoe werkt dit ook weer?
Via box 1 wordt de belasting berekend over je inkomen uit werk en woning (dus je salaris, uitkering, inkomsten uit onderneming, hier bovenop wordt het inkomen uit de eigen woning geteld (het eigenwoningforfait) en dit bedrag wordt verminderd met aftrekposten zoals de hypotheekrente en de uitgaven voor inkomensvoorzieningen als een arbeidsongeschiktheids- of lijfrenteverzekering.
Via box 2 wordt het inkomen uit aanmerkelijk belang berekend. Je hebt een aanmerkelijk belang bij 5% van de aandelen in bijvoorbeeld een B.V., de dividenduitkeringen die je ontvangt worden via box 2 belast. Via box 3 wordt het inkomen uit sparen en beleggen belast, dus je bankrekeningen, aandelen, maar ook een tweede huis en je overige bezittingen worden via deze box belast.
De tarieven in box 1
Tijdens het overleg van woensdag 31 augustus jl. is er een akkoord gekomen over een koopkrachtpakket en de begroting voor 2023 tussen het kabinet en de coalitie. Afgesproken is dat er 14 tot 15 miljard euro aan lastenverlichting voor burgers wordt besteed. Dit ter compensatie van de hoge prijzen voor o.a. energie.
In het Belastingplan 2023 is dit verder uitgewerkt door de tariefschijf in box 1 te verlagen van 37,07% naar 36,93%. De grens van schijf 2 is opgerekt van € 69.398 naar € 73.031, waardoor je later 49,5% belasting gaat betalen.
Tarief tot AOW leeftijd | ||
Schijf | 2022 | 2023 |
1 | 37,07% tot € 69.398 | 36,93% tot € 73.031 |
2 | 49,5% vanaf € 69.398 | 49,5% Vanaf € 73.031 |
Tarief vanaf AOW leeftijd | ||
Schijf | 2022 | 2023 |
1 | 19,17%
tot € 35.472 (vanaf 1946), tot € 36.409 (voor 1946) |
19,03%
tot € 37.149 (vanaf 1946), tot € 38.703 (voor 1946) |
2 | 37,07% tot € 69.398 | 36,93% tot € 73.031 |
3 | 49,50% vanaf € 69.398 | 49,50% vanaf € 73.031 |
Het tarief in box 2
Over je belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang betaal je in 2022 26,9%. In 2023 blijft dit ook zo. Vanaf 2024 komen er in box 2 van de inkomstenbelasting twee schijven. Namelijk 24,5% en 31%. Voor het box 2 inkomen tot € 67.000 zal het tarief gelden van 24,5%. Is het box 2 inkomen hoger dan wordt dit belast tegen een tarief van 31%. Doordat er nu sprake is van een tarief van 26,9% zullen hoge dividenduitkeringen vanaf 2024 dus zwaarder worden belast.
Voor fiscaal partners geldt dat zij bij een dividenduitkering van maximaal € 134.000 gebruik kunnen maken van het lage tarief van 24,5% mits zij het inkomen gelijk verdelen.
Tip! Het is dus belangrijk om voor de komende jaren goed op een rijtje te zetten wanneer je welk dividend uitkeert. Vergeet daarbij vooral ook niet om de ruimte van het lage tarief van de fiscaal partner mee te nemen in deze afweging.
Het tarief in box 3
Box 3 regelt de belasting die je betaalt over je spaargeld en andere vermogensbestanddelen.
In de afgelopen jaren gebeurde dit steeds forfaitair zonder rekening te houden met de werkelijke situatie. Inmiddels wordt er bij deze berekening rekening gehouden met de samenstelling van het vermogen, waardoor belastingplichtigen met veel spaargeld minder belasting betalen dan belastingplichtigen met veel beleggingen.
Het tarief in box 3 wordt vanaf 2023 jaarlijks verhoogd met 1%. In 2023 betaal je dan 32% belasting, in 2024 33% en in 2025 betaal je 34% belasting. Vanaf 2026 gaat er een nieuw stelsel voor box 3 gelden.
Voor fiscaal partners geldt in 2022 een vrijstelling voor box 3 van € 101.300. Heb je geen fiscaal partner dan is de vrijstelling de helft. In 2022 is dit € 50.650.
In het Belastingplan 2023 is aangegeven dat voor fiscaal partners in 2023 een vrijstelling geldt voor box 3 van € 114.000. Heb je geen fiscaal partner dan is de vrijstelling de helft. In 2023 wordt dit € 57.000. Over dit deel van je vermogen betaal je dus geen belasting.
Het kabinet heeft uiteindelijk besloten om toch niet tegemoet te komen aan belastingplichtigen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de box-3 heffing. De reden is dat dit veel geld zou gaan kosten en het kabinet wil dit geld liever gebruiken voor koopkrachtmaatregelen voor lage en middeninkomens.
Mijn blik op de voorgestelde wijzigingen
Ons belastingstelsel moet eenvoudiger en overzichtelijker, hier is al jaren sprake van. Het kabinet lijkt hiernaar toe te werken door regelingen te laten vervallen en kortingen en aftrekposten te beperken. Tegelijkertijd zien we dat een korting als de arbeidskorting een belangrijkere rol gaat spelen in de bijsturing van koopkracht en personeelsbezetting. Wat verder opvalt is dat veel maatregelen volgens de plannen ingevoerd worden vanaf 2025, dit zou net voor de nieuwe Tweede Kamer verkiezingen van maart 2025 zijn. Of er daadwerkelijk wijzigingen worden doorgevoerd op dat moment valt te bezien. Wat we in het verleden regelmatig hoorden was ‘dat is aan het nieuwe kabinet’. Het blijft dus spannend wat er van deze voorgestelde wijzigingen overblijft.
De tarieven in box 1
Tijdens het overleg van woensdag 31 augustus jl. is er een akkoord gekomen over een koopkrachtpakket en de begroting voor 2023 tussen het kabinet en de coalitie. Afgesproken is dat er 14 tot 15 miljard euro aan lastenverlichting voor burgers wordt besteed. Dit ter compensatie van de hoge prijzen voor o.a. energie.
In het Belastingplan 2023 is dit verder uitgewerkt door de tariefschijf in box 1 te verlagen van 37,07% naar 36,93%. De grens van schijf 2 is opgerekt van € 69.398 naar € 73.031, waardoor je later 49,5% belasting gaat betalen.
Tarief tot AOW leeftijd | ||
Schijf | 2022 | 2023 |
1 | 37,07% tot € 69.398 | 36,93% tot € 73.031 |
2 | 49,5% vanaf € 69.398 | 49,5% Vanaf € 73.031 |
Tarief vanaf AOW leeftijd | ||
Schijf | 2022 | 2023 |
1 | 19,17%
tot € 35.472 (vanaf 1946), tot € 36.409 (voor 1946) |
19,03%
tot € 37.149 (vanaf 1946), tot € 38.703 (voor 1946) |
2 | 37,07% tot € 69.398 | 36,93% tot € 73.031 |
3 | 49,50% vanaf € 69.398 | 49,50% vanaf € 73.031 |
Het tarief in box 2
Over je belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang betaal je in 2022 26,9%. In 2023 blijft dit ook zo. Vanaf 2024 komen er in box 2 van de inkomstenbelasting twee schijven. Namelijk 24,5% en 31%. Voor het box 2 inkomen tot € 67.000 zal het tarief gelden van 24,5%. Is het box 2 inkomen hoger dan wordt dit belast tegen een tarief van 31%. Doordat er nu sprake is van een tarief van 26,9% zullen hoge dividenduitkeringen vanaf 2024 dus zwaarder worden belast.
Voor fiscaal partners geldt dat zij bij een dividenduitkering van maximaal € 134.000 gebruik kunnen maken van het lage tarief van 24,5% mits zij het inkomen gelijk verdelen.
Tip! Het is dus belangrijk om voor de komende jaren goed op een rijtje te zetten wanneer je welk dividend uitkeert. Vergeet daarbij vooral ook niet om de ruimte van het lage tarief van de fiscaal partner mee te nemen in deze afweging.
Het tarief in box 3
Box 3 regelt de belasting die je betaalt over je spaargeld en andere vermogensbestanddelen.
In de afgelopen jaren gebeurde dit steeds forfaitair zonder rekening te houden met de werkelijke situatie. Inmiddels wordt er bij deze berekening rekening gehouden met de samenstelling van het vermogen, waardoor belastingplichtigen met veel spaargeld minder belasting betalen dan belastingplichtigen met veel beleggingen.
Het tarief in box 3 wordt vanaf 2023 jaarlijks verhoogd met 1%. In 2023 betaal je dan 32% belasting, in 2024 33% en in 2025 betaal je 34% belasting. Vanaf 2026 gaat er een nieuw stelsel voor box 3 gelden.
Voor fiscaal partners geldt in 2022 een vrijstelling voor box 3 van € 101.300. Heb je geen fiscaal partner dan is de vrijstelling de helft. In 2022 is dit € 50.650.
In het Belastingplan 2023 is aangegeven dat voor fiscaal partners in 2023 een vrijstelling geldt voor box 3 van € 114.000. Heb je geen fiscaal partner dan is de vrijstelling de helft. In 2023 wordt dit € 57.000. Over dit deel van je vermogen betaal je dus geen belasting.
Het kabinet heeft uiteindelijk besloten om toch niet tegemoet te komen aan belastingplichtigen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de box-3 heffing. De reden is dat dit veel geld zou gaan kosten en het kabinet wil dit geld liever gebruiken voor koopkrachtmaatregelen voor lage en middeninkomens.
Mijn blik op de voorgestelde wijzigingen
Ons belastingstelsel moet eenvoudiger en overzichtelijker, hier is al jaren sprake van. Het kabinet lijkt hiernaar toe te werken door regelingen te laten vervallen en kortingen en aftrekposten te beperken. Tegelijkertijd zien we dat een korting als de arbeidskorting een belangrijkere rol gaat spelen in de bijsturing van koopkracht en personeelsbezetting. Wat verder opvalt is dat veel maatregelen volgens de plannen ingevoerd worden vanaf 2025, dit zou net voor de nieuwe Tweede Kamer verkiezingen van maart 2025 zijn. Of er daadwerkelijk wijzigingen worden doorgevoerd op dat moment valt te bezien. Wat we in het verleden regelmatig hoorden was ‘dat is aan het nieuwe kabinet’. Het blijft dus spannend wat er van deze voorgestelde wijzigingen overblijft.
Ben je ondernemer binnen de inkomstenbelasting en wil je weten wat de te verwachten wijzigingen voor jou zijn? Bekijk dan het overzicht voor de ondernemers binnen de inkomstenbelasting.
______________________________________________________________________________________________________________________________
Lees ook de overige artikelen uit de special van JAN©:
Koopkracht maatregelen
Inkomstenbelasting – de tarieven
Inkomstenbelasting – heffingskortingen
Inkomstenbelasting – wijzigingen voor ondernemers
DGA en B.V.
Werkgevers en werknemers
Kindregelingen
De auto
De woning
Overige maatregelen
Of de plannen daadwerkelijk zo doorgevoerd worden moeten we afwachten. JAN© volgt de ontwikkelingen op de voet en verwerkt de wijzigingen z.s.m. op de betreffende pagina’s.