Belastingplan 2025
Voor de ondernemers binnen de inkomstenbelasting wijzigt er ook het nodige. Dit zijn ZZP-ers/ ondernemers met een eenmanszaak, VOF of maatschap. Op deze pagina vind je de belangrijkste wijzigingen.
MKB-winstvrijstelling verlaagd
De MKB-winstvrijstelling zorgt ervoor dat een deel van de winst van de IB-ondernemer niet wordt belast. Dat voordeel is in 2024 verminderd van 14% naar 13,31%. De reden die hierbij is aangegeven is het verkleinen van het verschil tussen werknemers en IB-ondernemers. Volgens de Voorjaarsnota (van Kabinet Rutte IV) zou de MKB-winstvrijstelling per 2025 verder worden verlaagd naar 12,03%. Dit is volgens het nieuwe kabinet geen goed idee. Door middel van het Belastingplan 2025 is aangegeven dat het percentage aangepast wordt naar 12,70%.
Afbouw zelfstandigenaftrek
Wanneer je in aanmerking komt voor de zelfstandigenaftrek dan mag je een vast bedrag in mindering brengen op de winst. Hierdoor betaal je minder belasting. De afbouw van de zelfstandigenaftrek zorgt ervoor dat over een groter deel van de winst belasting wordt geheven.
De zelfstandigenaftrek is per 2024 verlaagd naar € 3.750. In 2025 wordt deze verder verlaagd naar € 2.470. Daarbij is al eerder aangekondigd dat in de jaren daarna de zelfstandigenaftrek nog verder wordt afgebouwd (2026 € 1.200 en 2027 € 900). Het is de vraag of het nieuwe kabinet de afbouw met deze bedragen in stand houdt.
Andere belangrijke wijzigingen voor de IB-ondernemer voor de komende jaren:
Verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV)
Zelfstandigen krijgen waarschijnlijk te maken met een verplichte AOV. Waarschijnlijk zal dit vanaf 2027 worden ingevoerd. Dit is een van de afspraken uit het pensioenakkoord. Door een dergelijke verplichte verzekering zouden de kosten en risico’s voor de samenleving kleiner worden. Hoe de verplichte AOV eruit zal zien, is nog niet bekend. Er ligt een adviesrapport waaruit de volgende hoofdlijnen opgemaakt kunnen worden:
- Wanneer je inkomstenbelasting betaalt over je winst uit onderneming dan moet je verplicht een AOV hebben. Dit geldt ook voor meewerkende partners.
- De jaarpremie bedraagt tussen de 7,5% en 8% van het inkomen tot een maximum inkomen van circa € 34.000. De maximale premie komt daarmee uit op circa € 210 per maand.
- Een uitkering bedraagt waarschijnlijk 70% van je laatstverdiende inkomen, over een inkomen tot maximaal 143% van het minimumloon. De maximale uitkering is dus niet groter dan 100% van het minimumloon.
- Bij arbeidsongeschiktheid krijg je het eerste jaar geen uitkering.
- De premie is fiscaal aftrekbaar.
Zelfstandig of in loondienst?
Al tijden wordt er gesproken over het tegengaan van schijnzelfstandigheid. Er wordt nog steeds gezocht naar een ideale regeling, al gaat het er steeds meer op lijken dat die niet wordt gevonden. De VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) is een aantal jaren geleden vervangen door de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie). De DBA zou niet het gewenste resultaat opleveren en vervolgens kwam er een Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie (WBA). Ook deze Webmodule werkt nog niet naar behoren. Het begrip ‘gezag’ (essentieel of je zelfstandigen bent of in loondienst) zou duidelijker worden geformuleerd om het gewenste doel te bereiken.
De oorspronkelijke opvatting van deze term is of instructies worden gegeven en toezicht wordt gehouden (is er een materiële gezagsverhouding?).
We zien dat vakbonden procedures voeren tegen partijen die zelfstandigen inhuren. Omdat zij vinden dat deze zelfstandigen feitelijk in loondienst zijn. Het wordt met deze ontwikkelingen steeds moeilijker om als echte zelfstandige te kwalificeren.
Ook wordt gesproken over inbedding van het werk: bij inbedding is sprake van werkzaamheden die thuishoren bij het bedrijf die ook door het eigen personeel wordt verricht. Sommige politici vinden dat dit ook niet meer door ZZP-ers kan worden gedaan. Er zou dan sprake zijn van loondienst.
Verder moet er uiteraard ook nog worden gekeken naar de vraag of er een verplichting is om persoonlijk arbeid te verrichten en of er sprake is van loon. Er wordt ook gekeken naar een mogelijkheid om een uurtarief te koppelen aan de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst. Gedacht wordt om bij een tarief onder de bijvoorbeeld 30 of 35 euro te stellen dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. Als de opdrachtgever het hier niet mee eens is, zou deze dit bij de rechter kunnen aanvechten. Het idee is dat de positie van werkenden met een zwakkere onderhandelingspositie hiermee wordt versterkt.
Dan is het nog de vraag hoe deze voorgestelde wijzigingen binnen het arbeidsrecht doorwerken naar de belastingen en sociale zekerheidswetgeving. Het kabinet wil dat de koppeling tussen arbeidsrecht, sociale zekerheid en belastingen blijft bestaan. We zullen moeten afwachten wat hier de komende tijd over bekend wordt gemaakt door het nieuwe kabinet.
Eerder aangekondigde maatregelen die je eventueel in 2024 nog kunt benutten:
Afschaffing middelingsregeling
De middelingsregeling is bedoeld als tegemoetkoming voor het nadeel van mensen met sterk wisselende inkomens door de tariefverschillen in box 1. Ondernemers kunnen hiermee te maken hebben. Met de middelingsregeling kun je kijken naar je inkomen over drie aaneensluitende jaren en deze delen door 3. Als je de uitkomst vergelijkt met het betaalde belastingbedrag en hier komt een hoger bedrag uit dan € 545 (het drempelbedrag), dan kun je om een teruggave verzoeken.
De middelingsregeling is geschrapt per 1 januari 2023 maar het is mogelijk om uiterlijk de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024 nog te middelen. Heb je dus een wisselend inkomen of verwacht je in 2024 een afwijkend inkomen te hebben, maak hier dan nog gebruik van.
Afschrijving gebouwen in eigen gebruik wordt beperkt
Voor ondernemers was het mogelijk om af te schrijven op een pand in eigen gebruik tot 50% van de WOZ-waarde. Vanaf 2024 is afschrijving alleen nog mogelijk tot 100% van de
WOZ-waarde. Dit kan dus leiden tot minder afschrijving en dus een hogere belastbare winst. Hierbij geldt wel een overgangsregeling. Dit komt er op neer dat je, als je nog geen drie jaar op het pand hebt afgeschreven, nog gebruik kunt maken van de oude afschrijvingsregels voor maximaal 3 jaar. Dus stel, je hebt één jaar afgeschreven in 2023, dan kun je in 2024 en 2025 nog afschrijven op basis van 50% van de WOZ-waarde. Voor verhuurde panden geldt al langer dat maar tot 100% van de WOZ-waarde kan worden afgeschreven.
Heb je vragen over dit artikel? Stel ze aan Jeroen Jansen via 088-2202325 of JeroenJansen@JAN.nl.
Lees ook de overige artikelen uit de Prinsjesdagspecial van JAN©:
De DGA en de B.V.
Werkgevers en werknemers
Inkomstenbelasting
Duurzaamheid en subsidies
BTW
De woning
Kindregelingen
De auto
Overige belangrijke maatregelen