Belastingplan 2025
In het hoofdlijnenakkoord is het volgende aangegeven: “Een gezonde economie en florerende bedrijven zijn noodzakelijk voor de welvaart in Nederland. Zonder een stabiele economie en een krachtig MKB zijn er geen banen en is er geen geld voor publieke voorzieningen. Ondernemers zijn nodig om te investeren en zijn van grote waarde voor onze samenleving”.
Wat is daarvan terechtgekomen in het Belastingplan 2025?
Terugdraaien verhoging van 33% naar 31% van box 2
Dividenduitkeringen worden belast via box 2 van de inkomstenbelasting. In 2024 hebben we te maken met twee tarieven. Voor dividenduitkeringen tot een bedrag van € 67.000 per jaar wordt er 24,5% belasting berekend. Voor dividenduitkeringen die dit bedrag te boven gaan is het tarief 33%. Heb je een fiscale partner? Dan kun je de eerste schijf twee maal benutten en in 2024 dus
€ 134.000 dividend uitkeren tegen 24,5%. In het Belastingplan wordt het toptarief van 33% verlaagd naar 31%.
Tip! Het is dus fiscaal gezien voordelig om in 2024 € 67.000 resp. € 134.000 dividend uit te keren tegen het lage tarief van 24,5%! Voor hogere dividenduitkeringen kan het raadzaam zijn om te wachten tot na 1 januari 2025 zodat je 2% minder belasting betaalt.
Vennootschapsbelasting
Vanaf 2023 betalen bedrijven 19% vennootschapsbelasting over de eerste € 200.000 winst die wordt gemaakt. Maak je meer winst? Dan heb je te maken met het hoge VPB-tarief van 25,8%.
Het tarief voor de vennootschapsbelasting blijft ongewijzigd.
Geen giftenaftrek meer in de vennootschapsbelasting
De giftenaftrek wordt per 2025 afgeschaft. Dit betekent dat giften aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI) of steunstichting sociaal belang behartigende instelling (steunstichting SBBI) gedaan door een vennootschap waarin de aandeelhouder een aanmerkelijk belang heeft, weer worden beschouwd als een dividenduitdeling en belast wordt in box 2 (en met dividendbelasting). Sponsoring en reclame zijn zakelijke kosten die wel aftrekbaar blijven.
Versoepeling kwijtscheldingswinstvrijstelling
De kwijtscheldingswinstvrijstelling in de vpb wordt versoepeld bij verliezen boven € 1 miljoen. Als gevolg van een verscherping van de verliesverrekeningsregels vanaf 2022 kan dit een probleem opleveren bij een akkoord met schuldeisers inzake schuldsanering omdat over de kwijtgescholden schulden dan mogelijk vennootschapsbelasting is verschuldigd. Er wordt voorgesteld om de kwijtscheldingswinst volledig vrij te stellen (voor zover de kwijtscheldingswinst de overigens in het jaar geleden verliezen overtreft). Dit moet ervoor zorgen dat bedrijven makkelijker tot een akkoord met schuldeisers kunnen komen.
Verder staat in het Belastingplan 2025:
- De liquidatieverliesregeling wordt op twee punten aangepast waardoor ongewenste effecten worden tegengegaan. Het gaat daarbij om situaties waarin een eerder afgewaardeerde vordering (belast) weer wordt teruggenomen, en de tussenhoudsterbepaling.
- Zusterfusie wordt vereenvoudigd. Het gaat hierbij met name om situaties waarbij de fiscale regelingen niet aansluiten op de civiele wetgeving (waarbij de mogelijkheid bestaat om geen aandelen uit te reiken). Er worden maatregelen voorgesteld om de vereenvoudigde fusies waarbij iemand rechtstreeks alle aandelen houdt in het kapitaal van de te fuseren vennootschappen (de vereenvoudigde rechtstreekse zusterfusie) ook onder het toepassingsbereik van de fiscale regelingen te laten vallen.
- Er wordt voorgesteld om de keuzemogelijkheid in de inhoudingsvrijstelling in de dividendbelasting bij deelnemingssituaties en binnen fiscale eenheid te laten vervallen. De inhoudingsvrijstelling wordt verplicht.
- Het terugdraaien afschaffen inkoop eigen aandelen (inkoopfaciliteit dividendbelasting). De inkoop van eigen aandelen door beursfondsen wordt onder voorwaarden vrijgesteld van dividendbelasting.
- Renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel) wordt verruimd. Indien de rentelast hoger is dan € 1 miljoen kan nu tot 20% van de winst aan rente worden afgetrokken. Dat wordt verhoogd naar 25%. Hiermee wordt meer aangesloten bij het Europees gemiddelde. Een vastgoed B.V. mag de rentelast tot 1 miljoen slechts aftrekken tot 25% van de winst. Vastgoedlichamen zijn ondernemingen (bijv. B.V.’s) waarvan de bezittingen gedurende meer dan de helft van het jaar voor 70% of meer bestaan uit aan derden verhuurd vastgoed. Vastgoed dat wordt verhuurd binnen het eigen concern (bijv. aan de 100% dochtervennootschap) wordt bij voldoende verwevenheid niet aangemerkt als aan derden verhuurd vastgoed. Verhuur je vastgoed met hoge leningen buiten concern dan kan je in sommige gevallen veel last ondervinden van deze maatregel.
Heb je vragen? Neem dan contact met mij op via DavedeHeiden@JAN.nl of 088-2202318
Lees ook de overige artikelen uit de Prinsjesdagspecial van JAN©:
De IB-ondernemer/ ZZP-er
Werkgevers en werknemers
Inkomstenbelasting
Duurzaamheid en subsidies
BTW
De woning
Kindregelingen
De auto
Overige belangrijke maatregelen