Arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen
Als je als zelfstandige werkzaam bent, kan de invoering van een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen een behoorlijke impact hebben. Zoals het er nu naar uitziet geldt deze plicht alleen voor zelfstandigen en dus niet voor een directeur/grootaandeelhouder die in dienst is van zijn eigen vennootschap.
AOW-leeftijd
De AOW-leeftijd stijgt minder hard dan vooraf gepland. Indien in de arbeidsovereenkomsten met je werknemers opgenomen is dat het dienstverband stopt op de AOW-gerechtigde leeftijd, stoppen deze dienstverbanden dus ook eerder.
Doorsneepremie
Wanneer je aangesloten bent bij een bedrijfstakpensioenfonds verandert er voor de werkgever niet zo veel wanneer de doorsneepremie afgeschaft wordt. In het pensioenakkoord is namelijk opgenomen dat de premie voor iedere werknemer gelijk blijft, maar dat de opbouw vanuit die premie leeftijdsafhankelijk wordt.
Anders is het wanneer je je collectieve pensioenregeling bij een verzekeraar, PPI of APF ondergebracht hebt. Om de degressieve pensioenopbouw mogelijk te maken, wijzigen de fiscale kaders behoorlijk. Dat heeft tot gevolg dat alle collectieve pensioenovereenkomsten aangepast moeten worden. Je zal in overleg met je werknemers nieuwe afspraken moeten maken.
De gevolgen voor de werknemers zijn echter groot. Hoe ouder de werknemer, hoe groter de gevolgen. Dat maakt de onderhandelingen voor nieuwe pensioenovereenkomsten niet makkelijk.
Zware beroepen
Een van de weinige voordelen aan het nieuwe systeem is dat iemand die vroeg begint met werken (en het opbouwen van pensioen), ook eerder met pensioen kan. In de praktijk zijn het voornamelijk de fysieke beroepen waarin werknemers op jonge leeftijd beginnen. Wanneer die werknemers eerder met pensioen kunnen, ontlast dit werkgevers die vaak moeite hebben oudere werknemers in een fysiek beroep aan het werk te houden. Dit voordeel zal zich echter pas over ongeveer 40 jaar voordoen.
‘Vroegpensioen’
Niet iedereen heeft tijdig kunnen anticiperen op de verhoging van de AOW-leeftijd. Op regelingen die eerder pensioneren tot gevolg hadden, was een zogenaamde RVU-heffing verschuldigd (een fiscale ontmoediging om eerder stoppen met werken mogelijk te maken). Het wordt fiscaal mogelijk je werknemers een regeling te bieden 3 jaar voor de AOW-leeftijd te stoppen met werken. De (bruto) uitkering mag dan niet meer dan 19.000 euro per jaar bedragen. Voor maximaal drie jaar. Als een werkgever deze regeling aanbiedt, zal hij deze wel (deels) zelf moeten betalen. Een simpele rekensom leert dat de totale premie ongeveer 57.000 euro zal bedragen. De regeling gaat in 2021 in en zal slechts vijf jaar duren.
Dekking
De gepresenteerde maatregelen gaan geld kosten. Veel geld. De vertraagde verhoging van de AOW-leeftijd komt in beginsel voor rekening van de overheid. Deze heeft al aangegeven deze kosten uit te smeren over een periode van 15 jaar.
De grootste kostenpost in de overige maatregeling is te vinden in het afschaffen van de doorsneepremie. Deze afschaffing is in principe budgetneutraal. Door een andere herverdeling van de totale premie ontstaat echter een (grote) groep werknemers die in de toekomst minder pensioen op kunnen bouwen. Deze groep zal daarvoor gecompenseerd willen worden. Het akkoord gaat nog niet in op de vraag wie de rekening voor deze compensatie krijgt…
Heb je hier vragen over? Neem dan gerust contact met ons op.