In het artikel Wet toekomst pensioenen aangenomen schrijft Mark Hilarius pensioenadviseur bij JAN© over de nieuwe pensioenwet. Er zijn echter meer belangrijke afspraken vastgelegd in het Pensioenakkoord.
Zo wordt het mogelijk om eenmalig 10% van het opgebouwde pensioen in één keer op te nemen, hebben de wijzigingen ook gevolgen voor de particuliere pensioenen (derde pijler), komt er een mogelijkheid om eerder met pensioen te kunnen, zal de AOW-leeftijd minder snel stijgen en komt er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen.
Eenmalig bedrag opnemen op de pensioendatum
Met het pensioenakkoord kunnen deelnemers zelf meer invloed uitoefenen op het pensioeninkomen. Zo wordt het waarschijnlijk vanaf 1 juli 2025 mogelijk om eenmalig een bedrag in één keer uit te laten betalen (de ingangsdatum is reeds meerdere malen uitgesteld). De hoogte van het bedrag is maximaal 10% van het ouderdomspensioen. Het pensioeninkomen wordt hierdoor uiteraard wel lager. Voor sommige werknemers kan een eenmalig bedrag uit het pensioenvermogen aantrekkelijker zijn vlak na pensionering, dan een hogere uitkering in de jaren daarna. Bijvoorbeeld om schulden af te lossen (zoals een hypotheek), te reizen of de eigen woning te verbouwen.
Hoe werkt het precies, een deel van je pensioen eerder opnemen?
Wanneer je een pensioenuitkering verwacht van circa € 10.000 per jaar dan is de pensioenpot ongeveer € 220.000 in totaal. Stel, je besluit bij een dergelijk pensioen 10% op te nemen om die gedroomde lange reis van te maken dan wordt er € 22.000 (exclusief belastingheffing) uitgekeerd. Je pensioenuitkering wordt uiteraard wel met 10% verminderd naar € 9.000 ongeveer.
Deze wettelijke mogelijkheid geldt alleen op de pensioendatum óf in de maand februari van het jaar volgend op het jaar waarin de werknemer de AOW-uitkering ontvangt.
Eerder met pensioen?
Binnen het nieuwe pensioenstelsel bestaat er een mogelijkheid om als werkgever de werknemers een vervroegd pensioen aan te bieden in de periode van maximaal 3 jaar vóór de AOW-leeftijd. Dit wordt een RVU, Regeling Vervroegde Uittreding, genoemd. Wanneer er een uitkering tot ongeveer € 24.000 wordt gedaan hoeft er geen RVU-boete te worden betaald. Als aanvulling op deze uitkering kan er een deel van het ouderdomspensioen uitgekeerd worden. Deze regeling geldt tijdelijk, tot en met 31 december 2025.
Ook is het mogelijk om verlof te sparen. Bij verlofsparen worden de bovenwettelijke vakantiedagen opgespaard. Tot maximaal 100 werkweken kan dit belastingvrij. Het verlofsparen kan gebruikt worden om 2 jaar eerder met pensioen, een aantal jaar voor de pensioendatum minder te gaan werken (deeltijdpensioen) of een sabbatical nemen.
Vooralsnog blijven deze vakantieweken op de balans van de werkgever staan. Er zijn nog geen mogelijkheden om de opgespaarde uren onder te brengen bij bijvoorbeeld een pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij.
Beide mogelijkheden, het verlofsparen en de RVU zijn reeds in 2021 opgenomen in de wet.
De AOW-leeftijd zal minder hard stijgen
In de onderstaande tabel is te zien dat de AOW-leeftijd minder hard stijgt dan in eerste instantie het plan was. Verder zal de AOW-leeftijd wel gekoppeld zijn aan de levensverwachting maar in minder sterke mate. Vanaf 2025 stijgt de AOW-leeftijd niet met één jaar per jaar dat we langer leven, maar met 8 maanden. Deze wet is al van kracht sinds 1 januari 2020.
Jaar | De AOW-leeftijd was | De AOW-leeftijd wordt |
2020 | 66 jaar en 8 maanden | 66 jaar en 4 maanden |
2021 | 67 jaar | 66 jaar en 4 maanden |
2022 | 67 jaar en 3 maanden | 66 jaar en 7 maanden |
2023 | 67 jaar en 3 maanden | 66 jaar en 10 maanden |
2024 – 2026 | 67 jaar en 3 maanden | 67 jaar |
Verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP-ers
Hoewel het akkoord zich in eerste instantie richt op werknemers in loondienst, heeft een van de meest opvallende afspraken uit het akkoord vooral invloed op ZZP’ers. Wanneer het pensioenakkoord definitief is, zijn alle ZZP’ers (zelfstandigen zonder personeel in dienst) op zijn vroegst in 2024 verplicht een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) af te sluiten. Hoe deze regeling er uit komt te zien en wat de koten zullen worden is nog niet bekend. De uitwerking van de verplichte verzekering wordt primair overgelaten aan sociale partners en organisaties van ZZP’ers.
Tot slot wordt er nog onderzocht hoe zelfstandigen makkelijker zelf voor hun pensioen kunnen gaan sparen. Het kabinet en sociale partners hebben namelijk geconstateerd dat een grote groep zelfstandigen het risico loopt op een inkomensterugval bij pensionering. Daarom wil de regering de pensioenopbouw stimuleren door, met behulp van experimenten, pensioenopbouw in de tweede pijler toe te staan voor zelfstandigen. Hiertoe is een zogenoemde experimenteerbepaling in de Pensioenwet opgenomen.
Vragen over deze of andere wijzigingen uit het Pensioenakkoord? Of wil je weten wat deze wijzigingen voor jouw betekenen? Neem contact op met Mark Hilarius via MarkHilarius@JAN.nl of 088-2202330.
Meer informatie? Lees het artikel: Wet toekomst pensioenen aangenomen.
Dit artikel is 12-9-2024 voor het laatst aangepast.