Op 20 mei jl. vond in de Tweede Kamer een belangrijke stemming plaats.
Op de agenda stonden onder meer wijzigingen rondom de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Eén daarvan ging over een amendement van NSC dat pensioendeelnemers zelf de keuze krijgen of ze willen overstappen naar
het nieuwe stelsel of in het oude stelsel blijven. Dat kan niet onder de
huidige wet, die twee jaar geleden werd aangenomen.
Het voorstel
Het voorstel zou werknemers de keuzevrijheid hebben gegeven om hun pensioenrechten
in het huidige stelsel te laten staan. Dit idee kreeg echter net géén meerderheid:
73 Kamerleden stemden tegen, terwijl 72 leden voor stemden. Daarmee komt er géén individueel bezwaarrecht voor werknemers.
Het voorstel van NSC, mede ingediend door BBB, PVV en SP, viel te prijzen, maar was ook al langere tijd voer voor discussie. De Wet toekomst pensioenen is ingegaan op 1 juli 2023 en sindsdien moeten bedrijven en pensioenfondsen besluiten hoe zij omgaan met de nieuwe wetgeving. Werkgeversorganisaties en vakbonden hebben uiterlijk per 1 januari 2025 de definitieve afspraken moeten vaststellen en hebben ingediend bij pensioenfondsen.
Voor werkgevers met een pensioenregeling bij een verzekeraar of een PPI geldt een uiterste datum van 1 oktober 2027*.
Bij pensioenfondsen is dus al besloten hoe de toekomstige pensioenregelingen er uit komen te zien, of er wordt ‘ingevaren’ en welke effecten de transitie heeft voor werknemers en pensioengerechtigden. Pensioenfonds zijn ook verplicht om op individueel niveau inzichtelijk te maken wat de verschillen zijn tussen het ‘oude’ en ‘nieuwe’ pensioen. Dat is relatief eenvoudig als alle deelnemers invaren. Als door het individuele bezwaarrecht echter een onbekend aantal deelnemers niet zouden invaren, valt die berekening moeilijk te maken.
De resultaten zijn namelijk afhankelijk van het aantal deelnemers dat wel of niet overstapt.
Het debat van de afgelopen maanden toont aan dat er nog veel vragen leven over de overstap naar het nieuwe stelsel. Het is daarom belangrijk dat ondernemers, werkenden en gepensioneerden goed geïnformeerd blijven en worden betrokken bij dit proces.
Wat betekent dit voor jou als werkgever?
De Wet toekomst pensioenen raakt alle werkgevers met pensioenregelingen. Werkgevers met een pensioenregeling bij en verzekeraar of PPI zullen in overleg met de Ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging en de werknemers moeten bepalen hoe de nieuwe pensioenregeling(en) eruit komt te zien.
De transitieperiode tot 1 januari 2028* lijkt lang, maar dat is het niet. Ga daarom op tijd in gesprek met je adviseur en werknemers. Maak een plan voor de transitie en stel een tijdlijn op die past bij jouw bedrijf. Houdt daarbij rekening met communicatie: een goed geïnformeerde werknemer voelt zich meer betrokken en zekerder.
Vragen? Wij staan voor je klaar
Wij ondersteunen je graag bij de wijziging van jouw pensioenregeling naar het nieuwe stelsel. Of het nu gaat om een analyse van de huidige regeling, het opstellen van een transitieplan, of het begeleiden van communicatie met je werknemers – wij denken met je mee.
Neem gerust contact met mij op voor een vrijblijvend gesprek via MarkHilarius@JAN.nl of 088-2202330.
* In dit artikel is de uiterste datum voor het transitieplan bij verzekerde regelingen gesteld op 1 oktober 2027 en de uiterste datum voor de overstap op de nieuwe wetgeving op
1 januari 2028. Hierbij is er van uitgegaan dat het recent door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel “Verlenging transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel” ook door de Eerste Kamer wordt aangenomen. Met dit wetsvoorstel geeft de regering invulling aan de toezegging aan de Eerste Kamer om de uiterste datum van de pensioentransitie uit de wet te halen en in een AMvB te brengen, en deze datum te wijzigen van
1 januari 2027 naar 1 januari 2028. Lees er meer over in dit artikel: Transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel met één jaar verlengt – JAN©