De keuze voor een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, heeft als belangrijk voordeel dat verliezen van de ene maatschappij verrekend kunnen worden met winsten van de andere maatschappij. Een bijkomend voordeel is dat er slechts één aangifte hoeft te worden gedaan, wat leidt tot lagere administratieve lasten.
Maar er is een aantal zaken waar vaak minder aandacht aan wordt besteed, terwijl die wel van essentieel belang zijn voor een juiste inrichting:
- De wijze van verrekening tussen de verschillende maatschappijen. Tenslotte blijven de maatschappijen civielrechtelijk zelfstandig.
- De vraag of de wijze van verrekening in overeenstemming is met de voorschriften van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.
- Het goed vastleggen van de interne verrekening. En wordt deze verrekening ook correct in de administratie en jaarrekening verwerkt?
1. Wijze van verrekening
Wat vaak wordt vergeten is dat het realiseren van een fiscale eenheid een afspraak is tussen de fiscus en de belastingplichtige(n). Daarmee is geen onderlinge afspraak gemaakt tussen de verschillende maatschappijen over de verrekening van de vennootschapsbelasting. Hoewel in de administratie en de jaarrekening wel wordt verrekend, ligt de wijze van verrekening vaak niet schriftelijk vast.
Het ontbreken van deze vastlegging kan aanzienlijke financiële risico’s met zich meebrengen. Hier volgen twee versimpelde voorbeelden om dit te verduidelijken:
Voorbeeld 1
In een boekjaar maakt een dochtermaatschappij 200 winst. De moeder realiseert enkelvoudig een resultaat van nihil. In de praktijk wordt – bij een tarief van 20% – een bedrag van 40 door de moeder doorbelast aan de dochtermaatschappij (via de rekening courant). Echter hiervoor is geen civiel juridische titel.
Het risico bestaat dat bij een faillissement van de dochtermaatschappij de curator het standpunt inneemt dat de moedermaatschappij deze doorbelasting moet terugbetalen.
Voorbeeld 2
In een boekjaar maakt een dochtermaatschappij 200 verlies. De moeder realiseert enkelvoudig een winst van 500. In de praktijk wordt – bij een tarief van 20% – een bedrag van 40 als voordeel verwerkt (ook weer via de rekening-courant). Gevolg is dat de moedermaatschappij dit voordeel aan de dochter moet vergoeden, zeker in het geval van een faillissement. Daarnaast is het de vraag of deze verwerking in lijn is met de, in de jaarrekening, gekozen verwerking.
2. Mogelijkheden van verwerking in de jaarrekening
Het tweede punt waar vaak minder aandacht voor is, is de vraag welke mogelijkheden van verwerking zijn er. De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ 272 om precies te zijn) vier mogelijkheden gegeven.
Deze vier mogelijkheden zijn:
- De moedermaatschappij rekent met de dochter af alsof deze zelfstandig belastingplichtig is.
- De moedermaatschappij rekent af op basis van het fiscale resultaat van de dochter. Waarbij de voordelen van de fiscale eenheid worden toegewezen aan de verschillende maatschappijen die daarvan deel uitmaken.
- De moedermaatschappij rekent af op basis van het commerciële resultaat van de dochter.
- De moedermaatschappij draagt de gehele belastinglast.
Daarbij geeft de RJ het advies om de wijze van verwerking contractueel vast te leggen. Gezien de hiermee gepaard gaande risico’s lijkt mij dat een meer dan terecht advies. Maar helaas ontbreekt deze contractuele vastlegging.
Het gaat in dit artikel wat ver om deze vier mogelijkheden uitgebreid toe te lichten. Maar wat we in de praktijk wel zien is dat over het algemeen gekozen wordt voor mogelijkheid 1(doen alsof de dochter zelfstandig belastingplichtig is). Helaas gaat dit bij voorbeeld 2 in de praktijk niet altijd goed. Het voordeel van 40 wordt – naast het verantwoorden van de baten in de winst- en verliesrekening – verwerkt in de rekening-courant met de moeder. Maar in dit geval moet er wel een actieve latentie worden opgenomen. Uiteraard moet de in de jaarrekening vermelde verwerking in overeenstemming zijn met de gekozen methode.
3. Vastlegging interne verrekening
Het derde en laatste punt waar aandacht voor moet zijn is de vraag of de interne verrekening vastligt. Helaas constateren wij dat dit niet altijd (of vaak niet) het geval is. Belangrijk is om dit tussen de onderdelen van de fiscale eenheid, en met name tussen de moedermaatschappij (belastingplichtige) en dochtermaatschappij goed vast te leggen. Dit kan door middel van een separate overeenkomst of kan worden opgenomen in de rekening-courant overeenkomst tussen beide partijen.
Resumé
Om een aantal onaangename financiële situaties te voorkomen adviseren wij:
- te kiezen voor een methode die het beste past bij jouw situatie;
- te zorgen voor een goede schriftelijke vastlegging tussen partijen;
- de gekozen en overeengekomen methode op de juiste manier te verwerken in de jaarrekening.
Advies
Uiteraard kunnen wij je helpen met het maken van de juiste keuzes voor jou en je onderneming. Neem voor meer informatie contact met me op via JordiBakker@JAN.nl of op 088 220 2233.