De casus
Het Pensioenfonds Beroepsvervoer is overgegaan tot het opleggen van ambtshalve nota’s aan vier ondernemingen. Zij zouden onvoldoende informatie verschaffen over hun personeelsbestand.
Ondanks dat hierover al meerdere keren afspraken zijn gemaakt, lukt het de werkgever maar niet om de correcte gegevens aan te leveren. Zelfs de ingehuurde pensioenadviseur komt niet verder dan een paar mutaties omdat de werkgever hem niet langer kon of wilde betalen. Naar de mening van de werkgever moest het pensioenfonds maar een deskundige inhuren om de benodigde mutaties uit te voeren.
De rechtbank maak korte metten met het betoog van de werkgever. Het is de rol van de werkgever om de juiste informatie door te geven aan het fonds en wanneer dit niet gebeurt mag het fonds de verschuldigde premie ambtshalve vaststellen.
Er was ook nog een discussie over een aantal werknemers omdat die voor een buitenlandse werkgever zouden werken. De werknemers wonen echter allemaal in Nederland en hebben hier ook hun sociale leven. Omdat de arbeidsovereenkomst ontbreekt, staat niet vast welke recht is gekozen in de overeenkomst. Volgens de rechtspraak wordt dan het recht van toepassing van het land waar doorgaans de werkzaamheden worden verricht. In dit geval is dat Nederland. Ook deze werknemers moeten dus gewoon worden aangemeld bij het pensioenfonds.
Aansprakelijkheid bestuurder
Omdat de premies niet voldaan worden, kan het pensioenfonds op basis van de wet de bestuurder hiervoor aansprakelijk stellen. Tenzij er door de ondernemingen tijdig betalingsonmacht is gemeld. Het melden van betalingsonmacht is volgens de gedaagde wel tijdig gedaan waardoor hij niet persoonlijk aansprakelijk is.
Op basis van het Besluit meldingsregeling Wet BPF 2000 worden er regels gesteld aan het melden van de betalingsonmacht. Bij de melding moet inzicht gegeven worden in de omstandigheden die hebben geleid dat de bijdrage niet betaald kan worden. Als reden was opgegeven dat de onderneming verlies leidt. Naar de mening van de rechtbank was dit onvoldoende om te spreken van een rechtsgeldige mededeling van betalingsonmacht.
Het gevolg van deze vaststelling is dat de bestuurders van de ondernemingen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de niet betaalde premies. Het gaat totaal om een bedrag van ongeveer 280.000 euro, verdeeld over een bedrijf en een privé persoon.
Conclusie
De casus laat enerzijds zien dat het aan de werkgever is om de juiste informatie aan het pensioenfonds aan te leveren en dat, indien dit niet gebeurt, het pensioenfonds de premie mag schatten en middels een ambtshalve premienota mag opleggen.
Maar veel belangrijker is de conclusie dat aan de melding betalingsonmacht eisen worden gesteld en dat het niet nakomen hiervan direct leidt tot de (persoonlijke) aansprakelijkheid van de bestuurder. En dat voor doorgaans forse bedragen!
Heb je vragen of wil je hier graag meer over weten? Neem dan contact op met Mark Hilarius via MarkHilarius@JAN.nl.