Op de website van Deliveroo kun je een restaurant selecteren en een menukeuze maken. Je plaatst de bestelling bij Deliveroo, en zij bezorgen de bestelling bij de consument
Deliveroo ziet zichzelf daarom als online dienstverlener voor restaurants. Het pensioenfonds Beroepsvervoer over de Weg ziet het echter als een transportonderneming. Met als gevolg dat Deliveroo met terugwerkende kracht moet worden aangesloten bij dit fonds en dus premies moet voldoen.
Standpunt pensioenfonds
Het pensioenfonds baseert zijn vordering op het verplichtstellingsbesluit. Die is van toepassing als is voldaan aan de volgende vier criteria:
- het vervoeren van goederen;
- het vervoer moet gebeuren over de weg;
- het vervoer moet gebeuren tegen vergoeding;
- de werkgever moet deze vervoerswerkzaamheden uitsluitend of in hoofdzaak uitoefenen.
Deliveroo voldoet aan alle criteria omdat het maaltijden over de weg vervoert en hiervoor een vergoeding ontvangt. Het bezorgen van de maaltijden is de kern van de onderneming en geen nevenactiviteit. Hierbij worden de loonkosten van het kantoorpersoneel toegerekend aan de bezorgactiviteiten omdat ze hieraan dienstbaar zijn.
Bij het bepalen van het hoofdzakelijksheidcriterium (loonsom) moet niet alleen de loonsom van de werknemers meegenomen worden maar ook het inkomen van ingeschakelde zelfstandigen.
Verweer Deliveroo
Het verweer van Deliveroo is dat ze geen vervoersbedrijf zijn maar een technologiebedrijf. Zij leveren verschillende diensten met als doel het vergroten van de afzetmarkt van restaurants. Ze bieden een digitale afzetmarkt en een consumentenbestand waar restaurants anders geen toegang toe hebben. Via het digitale platform, inclusief bestel- en betaalsysteem, worden restaurants eenvoudig gekoppeld aan consumenten met als doel het bevorderen van het bestellen van eten. De bezorgservice van Deliveroo is aanvullend en Deliveroo is hiervan niet afhankelijk. Het bezorgen is dus niet de kernactiviteit.
De inkomsten komen voort uit een commissie die de restaurants betalen voor deze digitale afzetmarkt en de technologie die Deliveroo hierbij aanbiedt over het betaalgedrag van de consumenten.
Oordeel rechter
De rechter ziet zich geplaatst voor de vraag of de werkzaamheden van Deliveroo vallen onder de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit van het pensioenfonds. Dit zal moeten worden beoordeeld aan de hand van de uitleg die naar objectieve maatstaven aan het besluit moeten worden gegeven. De rechter gaat hierbij uit van het tegen vergoeding vervoeren van goederen over de weg.
Hoewel in zijn algemeenheid bij maaltijdbezorging per fiets niet gedacht wordt aan “goederenvervoer over de weg” vallen deze werkzaamheden wel onder de werkingssfeer van het fonds. Zeker omdat begin 2019 door een andere rechtbank al is geoordeeld dat postbezorging hier ook onder valt. De werkingssfeer beperkt zich dus niet tot gemotoriseerd vervoer maar ook dat per fiets.
De vraag is dan of het vervoer tegen een vergoeding gebeurt. Deliveroo stelt dat dit niet het geval is. De bezorgkosten zijn gebaseerd op de betalingsverwerking en de servicekosten die de consument betaalt. Er wordt dus niet specifiek voor de bezorging zelf kosten gerekend. De rechter is van mening dat de belangrijkste reden voor de online bestelling is dat de maaltijden ook bezorgd worden. Dit blijkt mede uit het feit dat meer dan 75% van de bestellingen door bezorgers van Deliveroo worden afgeleverd bij de consument. Dat niet de werkelijke bezorgkosten in rekening worden gebracht is dus niet relevant. De rechter is van mening dat Deliveroo een vergoeding ontvangt voor de bezorging.
Blijft dus enkel over de vraag of wordt voldaan aan de eis van “ uitsluitend of in hoofdzaak”. Hierbij zal ook geoordeeld moeten worden of de ondersteunende werkzaamheden een rol spelen.
In een eerdere rechtszaak is al geoordeeld dat het (hier geldende) verplichtstellingsbesluit een hiaat bevat ten aanzien van het criterium tot vaststelling van de kernactiviteit. Gaat het om de omzet, de loonsom of het aantal arbeidsuren?
Conclusie rechter
Met een grondige onderbouwing trekt de rechter de conclusie dat de kernactiviteit van Deliveroo bestaat uit het bezorgen van maaltijden. Dit betekent dat alle overige werkzaamheden ten dienste staan van de bezorgwerkzaamheden en dus telt zowel de omzet als de loonsom van het kantoorpersoneel mee bij de toets van de hoofdzakelijkheid.
Dit leidt dus tot de conclusie dat Deliveroo een vervoerder over de weg is, die hiervoor een vergoeding ontvangt en de werkzaamheden uitsluitend of in hoofdzaak verricht. En dus is de nota van afgerond 640.000 euro die het pensioenfonds heeft opgelegd terecht.
Conclusie
Waar de rechter voor de vraag of een pannenkoek een koek is wél rekening houdt met de maatschappelijke opvattingen, worden hier alle vervoersmiddelen over één kam geschoren. Hoewel vreemd voorkomend, lijkt dit wel te volgen uit het verplichtstellingsbesluit en de eerdere rechtspraak.
Dat Deliveroo met het opzetten van hun dienstverlening dit nooit voorzien heeft, volgt uit de door hen ingebrachte verweergronden. Op basis van moderne digitale technieken vergroten ze de afzetmarkt, en dus de omzet, van restaurants. De bezorging is hiervan een onderdeel en volgt uit de bestellingen.
Wederom een uitspraak die laat zien dat ook nieuwe businessmodellen ten aanzien van pensioenfondsen worden gezien als oude bedrijfsactiviteiten. En dat levert de nodige hoofdpijn op.