De casus
De betreffende onderneming maakte in het verleden voorbelegde diepvriesbroodjes die werden geleverd aan tankstations en groothandels. Op basis hiervan waren ze (terecht) aangesloten bij het VLEP. Door de toenemende concurrentie hebben ze in de loop van de jaren hun activiteit gewijzigd naar het vervaardigen van dagvers belegde broodjes, zoals panini’s en sandwiches, en lunchpakketten. Deze worden vervolgens geleverd aan een aantal hotels, cateraars en bedrijven. De inhoud van de lunchpakketten is online door de klant samengesteld.
Naar de mening van de onderneming vallen ze nu niet meer onder het begrip “gemaksvoeding” maar zijn ze gewoon een horecabedrijf. En dus hebben ze zich aangesloten bij het BPF Horeca.
Stelling VLEP
Omdat VLEP het niet eens is met de afmelding van de onderneming heeft ze over de periode 2015 tot en met 2018 ambtshalve nota’s opgelegd en een dwangbevel uitgevaardigd. Dit terwijl een aan het VLEP verbonden persoon in juli 2015 een bedrijfsactiviteitenonderzoek heeft uitgevoerd waarbij de conclusie is dat slechts 10% van de omzet voortkomt uit het vervaardigen van voorverpakte sandwiches en het merendeel van de omzet en loonsom voor rekening komt van de dagverse belegde broodjes en lunchpakketten. De broodjes worden door de onderneming eerst zelf afgebakken, daarna belegd met dagverse producten en vervolgens luchtdicht verpakt en bezorgd bij de genoemde afnemers.
Oordeel rechter
De rechter gaat in op het geschil op basis van de uitleg van het Verplichtstellingsbesluit. Dit dient te gebeuren op basis van een objectieve uitlegmethode waardoor het voor de hand ligt om voor het begrip producent/groothandel van gemaksvoeding aan te sluiten bij de bepalingen van de cao Gemaksvoedingindustrie.
Het verplichtstellingbesluit van het VLEP geeft een opsomming van producten die in ieder geval onder gemaksvoeding vallen. Het feit dat belegde broodjes hierbij niet is opgenomen maakt niet direct dat het geen gemaksvoeding is. De rechter maakt een vergelijking tussen belegde broodjes en de wel genoemde producten en oordeelt dat er geen aanknopingspunt is om de belegde broodjes gelijk te stellen met de genoemde producten. Op basis hiervan is er geen sprake van de productie van gemaksvoeding.
Ter onderbouwing hiervan verwijst de rechter ook nog naar de zinsnede in de cao dat het bij gemaksvoeding gaat om etenswaren die niet worden geleverd ter onmiddellijke consumptie. Dagvers belegde broodjes zijn wel gemaakt om onmiddellijke, of vrijwel onmiddellijk, te consumeren.
Het gelijk is dus aan de onderneming.
Conclusie
In 2012 deed de Hoge Raad de volgende uitspraak: werknemers verwerven pensioenaanspraken bij het pensioenfonds, wanneer ze aantoonbaar binnen de branche werkzaam waren.
Sinds deze uitspraak stellen bedrijfstakpensioenfondsen zich een stuk standvastiger op waar het gaat om werkgevers die volgens hen verplicht aangesloten moeten zijn. Dat fondsen hierin soms wel erg ver doorschieten, laat deze casus duidelijk zien. Met een enorme schade aan juridische kosten voor de onderneming tot gevolg, terwijl deze onderneming zich terecht netjes bij een ander pensioenfonds had aangesloten.
Heb je vragen of wil je hier graag meer over weten? Neem dan contact op met Mark Hilarius via MarkHilarius@JAN.nl.