De casus
Deze casus gaat over de werkzaamheden van een onderneming in relatie tot de werkingssfeer van het fonds. De onderneming maakt kant en klare pannenkoeken en poffertjes en heeft al geruime tijd voor de werknemers een pensioenregeling bij een verzekeraar. Het pensioenfonds is eerst van mening dat de werkzaamheden niet onder hun werkingssfeer vallen maar komt hier later op terug. De stelling is hierbij dat pannenkoeken en poffertjes vergelijkbaar zijn aan koek. En het fabriceren van koek valt onder de werkingssfeer.
Standpunt pensioenfonds
Het pensioenfonds beroept zich op hun verplichtstellingsbesluit. Hierin is opgenomen dat het fabrieksmatig verwerken van bloem en/of andere grondstoffen tot beschuit, toast, knäckebröd, biscuit, koekjes, banket, koek en wafels onder de Zoetwarenindustrie vallen. Hoewel pannenkoeken en poffertjes niet in de opsomming genoemd worden, grijpt het pensioenfonds de Van Dale en Wikipedia aan om te verdedigen dat koek en pannenkoek feitelijk hetzelfde zijn.
Verder beroept het fonds zich op een tweede bepaling uit hun verplichtstelling. Daarin staat: het fabrieksmatig vervaardigen van producten, welke naar aard der verwerkte grondstoffen en/of wijze van verwerking van de grondstoffen vergelijkbaar zijn met de hiervoor genoemde producten.
Verdediging ondernemer
De ondernemer stelt kortweg dat pannenkoeken en poffertjes geen koek zijn en evenmin naar aard van de verwerkte grondstoffen en/of bereidingswijze vergelijkbaar zijn met koek. Het brengt hierbij een rapport in van een extern marketingbureau dat een marktonderzoek naar de maatschappelijke opvatting heeft verricht. Tevens brengt het een deskundige opinie in van een bakkerijwetenschapper ter ondersteuning van hun standpunt.
Oordeel rechter
De rechter ziet zich dus geplaatst voor de vraag of pannenkoeken koek zijn. Hoewel het woord koek wel in de term pannenkoek zit, gaat de rechtbank diep in op de taalkundige betekenis van de beide woorden. Ook gaat de rechter uitgebreid in op de algemene maatschappelijke opvattingen ten aanzien van de beide voedingsmiddelen. Hierbij wordt zelfs gekeken naar de plek waar het gerecht doorgaans gemaakt wordt (restaurant versus bakkerij), hoe het doorgaans gegeten wordt (als maaltijd/lunch of als tussendoortje), of het een zacht product is of een hard droog product, uit welke ingrediënten het gemaakt is (melk, bloem en ei versus bloem en stroop) en hoe het bereid wordt (pan/bakplaat versus oven).
De rechter concludeert dat pannenkoeken geen koek zijn en dat de aard der verwerkte grondstoffen ook van een pannenkoek geen zoetwaar maken. Het oordeel is dus ten gunste van de ondernemer.
Waarde voor de praktijk
Het lijkt er steeds vaker op dat pensioenfondsen hun werkingssfeer optimaal proberen op te rekken. Deze casus is hiervan een goed voorbeeld. Als een kind van vijf het verschil tussen een pannenkoek en een koek al kan uitleggen dan verbaast het dat het pensioenfonds dit zelf niet kan. De gerechtelijke procedure voeren ze vervolgens op kosten van hun deelnemers. Om over de kosten van de onderneming om zich te verweren nog maar te zwijgen.
Het probleem begint natuurlijk eerst bij de omschrijving van de bedrijfstak in het verplichtstellingsbesluit. Door deze zo ruim mogelijk te omschrijven, is er in de toekomst voldoende voer voor discussie. Het zou de Minister van SZW sieren om hieraan paal en perk te stellen. Het fenomeen bedrijfstakpensioenfonds is ooit bedacht om concurrentie binnen een bedrijfstak op de arbeidsvoorwaarde pensioen te voorkomen. En om alle werknemers in de bedrijfstak een goed pensioen te geven. Hierbij past niet het oprekken van de bedrijfstak tot alle ondernemingen die van diverse ingrediënten iets maken.
Vervolgens moet het bestuur van het pensioenfonds zich afvragen hoever ze willen gaan om hun gelijk te halen. Gaat het nu om het pensioen van de werknemers van de betreffende onderneming of gaat het om het aansluiten van zoveel mogelijk werkgevers bij het fonds. Hoewel het is deze casus niet van toepassing is, geldt dit ook voor fondsen zonder hoofdzaakcriterium in hun verplichtstellingsbesluit. Het feit dat een onderneming 1% van zijn omzet behaalt met een bepaalde activiteit zorgt er niet voor dat het gehele bedrijf is aan te merken als een onderneming binnen de bedrijfstak.
Afronding
De casus laat zien dat pensioenfondsen ook wel eens door de rechter in het ongelijk worden gesteld waar het gaat om hun werkingssfeer. Een onderneming die wordt aangeschreven door een bedrijfstakpensioenfonds moet dus zelf ook goed nagaan of het standpunt van het fonds wel correct is. Zeker als de aansluiting met terugwerkende kracht gevorderd wordt.
Als een kind van vijf het antwoord al weet dan lijkt de casus vervolgens heel simpel. De financiële belangen gooien soms nog roet in het eten. En dat levert enkel maar verliezers op.