Voor de aftrek van hypotheekrente geldt als voorwaarde dat het geleende geld benut moet zijn voor de aankoop, verbetering of het onderhoud van je woning. Dit klinkt heel logisch en is bij een verbouwing heel aannemelijk. Maar de vraag is: kun jij dit bewijzen? Het echtpaar uit de volgende casus kon dit niet.
Casus
Een echtpaar verbouwt hun eigen woning en verhoogt de hypothecaire lening. De betaalde rente over de verhoging wordt vervolgens ieder jaar in de aangifte inkomstenbelasting in aftrek gebracht. Deze renteaftrek accepteert de Belastingdienst jarenlang op rij. Op een zeker moment verzoekt de inspecteur om bewijzen inzake de besteding van de aanvullende lening. Het echtpaar kan deze niet aanleveren en de inspecteur weigert de renteaftrek. Volkomen terecht aldus de Hoge Raad!
Eerdere aangiften tellen niet
De Hoge Raad bepaalt dat het niet ter zake doet dat de inspecteur de aftrek in de aangiften in eerdere of latere jaren heeft aanvaard. Dit kan alleen anders zijn als de inspecteur zich die jaren expliciet over de aftrek heeft uitgelaten en met de aftrek heeft ingestemd.
Bewaar je stukken lang!
De algemene gedachte over de bewaarplicht is dat stukken 7 jaar moeten worden bewaard. Echter, dit is de algemene bewaartermijn voor de administratie van een onderneming en ook hierbij gelden er uitzonderingen. Kun je bij een controle van de inspecteur net als het echtpaar uit de casus de stukken niet overhandigen? Dan kan de Belastingdienst de aftrek over maximaal vijf voorgaande jaren ongedaan maken.
Kortom, bewaar die schoenendoos met (betaal)bewijzen de aankomende jaren en maak een digitale back-up wanneer je dit nog niet hebt gedaan.
Heb je hier vragen over? Neem dan contact op met Dave de Heiden via DavedeHeiden@jan.nl of 088-2202318.