square grey
square grey
square grey
square grey
square grey
JAN© Accountants & Adviseurs

JAN©

Prinsjesdag 2019: Inkomstenbelasting

Box 1, eerder op weg naar de vlaktaks

Voor de inkomstenbelasting is er een aantal wijzigingen voorgesteld. In het Regeerakkoord is aangegeven dat het kabinet zich heeft voorgenomen om twee van de vier schijven per 2021 te laten verdwijnen, waardoor één zelfde tarief voor iedereen gaat gelden. In het Belastingplan 2020 is nu voorgesteld om de invoering van het twee schijventarief te versnellen.

Per 2020 ziet dit er dan als volgt uit:

Jaar Inkomen max € 20.711* Inkomen max € 34.712* Inkomen max € 68.507 Inkomen boven € 68.507
2020 37,35% 37,35% 37,35% 49,50%
2021 37,10% 49,50%

*Deze inkomensgrenzen worden vanaf 2021 iets hoger door inflatiecorrectie. Zodra iemand de AOW-leeftijd bereikt gelden er lagere tarieven.

Het kabinet heeft eerder aangekondigd dat het tarief in box 2 wordt verhoogd. Daar is ook aangekondigd dat dit zou samengaan met een gelijktijdige verlaging van de tarieven in de vennootschapsbelasting. Zodat de belastingdruk voor verschillende ondernemingsvormen globaal in evenwicht zou blijven.

In het Belastingplan 2020 is over een wijziging van het box 2 tarief verder niets opgenomen, terwijl de eerder aangekondigde verlaging van het vennootschapsbelastingtarief wel wordt uitgesteld. Van het verhaal over het evenwicht voor de verschillende ondernemingsvormen blijft dan per saldo weinig over.

Nu 2020 2021
25% 26,25% 26,90%

Box 3: De belasting over spaargeld en beleggingen

In box 3 wordt het heffingsvrij vermogen per 2020 verhoogd van € 30.360 naar € 30.846. Het tarief blijft 30%.

Box 3-heffing vanaf 2022

Staatssecretaris Snel heeft inmiddels een voorstel gestuurd aan de Tweede Kamer over de box 3 heffing vanaf 2022. Volgens voorlopige berekeningen wordt de eerste € 440.000 euro voor mensen met alleen spaargeld belastingvrij. Dit lijkt een verbetering, maar voor mensen met beleggingen en bijvoorbeeld vastgoed is dit een behoorlijke verslechtering. Dit hebben we uitgewerkt in een aantal voorbeeldsituaties.

Het voorstel is dat er drie verschillende tarieven gaan gelden:

Tarief 1. spaargeld 2. overige beleggingen 3. schulden
0,09% 5,33% 3,03%

De bedragen in de drie verschillende groepen worden vermenigvuldigd met het tarief. Vervolgens worden de bedragen uit de drie groepen opgeteld en verminderd met het heffingsvrij inkomen van € 400. Over dit saldo wordt dan het nieuwe tarief van 33% berekend, waarna duidelijk is welk bedrag aan belasting betaald moet worden.

Uitgewerkt in het voorbeeld betekent dit in een aantal situaties het volgende:

situaties Nu Vanaf 2022
Situatie 1: € 400.000 spaargeld € 4.395 € 0
Situatie 2: € 100.000 spaargeld + € 700.000 in aandelen/vastgoed € 9.735 € 12.210
Situatie 3: € 100.000 spaargeld + € 1.400.000 vastgoed + € 1.000.000 schuld € 5.769 € 14.524

Uit deze situaties blijkt dat wanneer je aandelen of vastgoed hebt dat je vanaf 2022 – volgens de voorgestelde plannen – meer 250% extra belasting gaat betalen, terwijl je nog maar 1,5% betaalt als je alleen spaargeld hebt, Dit maakt dat het fiscaal interessant kan zijn om te schuiven met je vermogen.

JAN© kan voor je berekenen wat dit voorstel voor jou betekent.

Verhoging algemene heffingskorting en arbeidskorting

Het kabinet wil het verschil tussen zelfstandigen en werknemers verkleinen en daarom wordt de algemene heffingskorting extra verhoogd in twee stappen: met € 78 in 2020 en met € 2 in 2021. Dit wordt bekostigd door de zelfstandigenaftrek van de zelfstandigen te verlagen. Daarnaast wordt de arbeidskorting met een bedrag van € 285 in de jaren 2020, 2021 en 2022.

Verhoging Zorgtoeslag

De zorgtoeslag wordt verhoogd met een bedrag tot maximaal € 95 extra ter compensatie van de stijging van de zorgpremie van € 3 per maand. Het eigen risico bij de zorgverzekering blijft gelijk, namelijk € 385.

De Zelfstandigenaftrek – voor IB ondernemers

Als je als IB-ondernemer aan het urencriterium (1.225 gewerkte uren per jaar) voldoet mag je de zelfstandigenaftrek toepassen, dit is nu € 7.280 per jaar. Dit bedrag breng je in mindering op je belastbare winst en daarover betaal je geen belasting.

In het Belastingplan 2020 is opgenomen dat de zelfstandigenaftrek in 8 stappen van € 250 euro (en éénmalig € 280) wordt verlaagd naar € 5.000 in 2028. De verwachting van het kabinet is dat tegenover deze afbouw van de zelfstandigenaftrek een lastenverlichting staat, waardoor zelfstandigen er nog steeds op vooruit gaan.

De bedragen zijn als volgt:

Zelfstandigenaftrek
2020 7.030
2021 6.780

Bijna alle aftrekposten aftrekbaar tegen hetzelfde tarief

Vanaf 2020 worden bijna alle fiscale aftrekposten aftrekbaar tegen hetzelfde tarief (maximaal 46%). Als het kabinet de plannen die gepresenteerd zijn in  het Belastingplan 2019 doorzet. In 2021 wordt dat vaste tarief 43% om vervolgens verder te dalen in 2022 naar 40% en in 2023 naar 37,05%. De aftrekposten met betrekking tot lijfrenten, arbeidsongeschiktheidsverzekering, de fiscale oudedagsreserve en de reisaftrek openbaar vervoer kunnen nog wel tegen het hoge tarief worden afgetrokken.

Lijfrenten

In het pakket Belastingplan 2020 zal voorgesteld worden om voor de hybride lijfrenten (lijfrenten waarvan de premies niet volledig zijn afgetrokken) het overgangsrecht per 1 januari 2021 niet te beëindigen. Hierdoor wordt de afrekenverplichting afgeschaft en blijft dus alles zoals het was. De reden dat het overgangsrecht wordt voortgezet is om te voorkomen dat het product anders in 2021 gesplitst moet worden in een box 1- en een box 3-deel.

Voor de zuivere saldolijfrenten (lijfrenten waarvan de premies niet aftrekbaar waren) blijft de beëindiging van het overgangsrecht en de afrekenverplichting wel in stand. Het product verhuist in 2021 naar Box 3 en er zal op dat moment dus in Box 1 afgerekend moeten worden.

Het gaat hier om ingewikkelde materie, veel mensen weten niet precies welk soort lijfrente zij hebben. Het loont de moeite dit te laten uitzoeken voordat deze tot uitkering komt.

Scholingskosten

In plaats van de fiscale aftrekpost scholingskosten in de aangifte inkomstenbelasting is er in het regeerakkoord opgenomen dat er voor scholingskosten vanaf 2020 een “individuele leerrekening” voor alle Nederlanders met een zogenoemde startkwalificatie komt.

Inmiddels is dit plan uitgewerkt in het wetsvoorstel “Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven”. Er is voorgesteld om de gehele fiscale aftrekpost scholingskosten af te schaffen. In samenhang met deze afschaffing wordt een nieuwe regeling voorgesteld: de subsidieregeling STAP-budget (Stimulans van de Arbeidsmarktpositie). Deze regeling geldt voor natuurlijke personen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Het voordeel van de regeling is dat er eerst een subsidie wordt uitbetaald voordat de opleidingskosten moeten worden betaald. Dit maakt dat meer mensen een opleiding kunnen volgen en dat past in het kabinetsbeleid dat iedereen een leven lang moet ontwikkelen.

Het moment van ingang van deze regeling is nu nog niet bekend, maar in ieder geval pas na 31 december 2020.

Meer inspiratie en inzichten voor ondernemers

Ontvang actueel en persoonlijk nieuws

Hoe breng je jouw onderneming verder? Meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste nieuws.