Vennootschapsbelastingtarief
Het tarief in de vennootschapsbelasting wordt de komende jaren verlaagd. De verlaging in drie jaarlijkse stappen gaat in totaal 4% bedragen in de lage schijf (tot € 200.000) en 2,75% in de hoge schijf (vanaf € 200.000). Per saldo levert dit een lastenverlichting op voor bedrijven, en met name voor het MKB met winsten tot € 200.000. Om deze tariefsverlaging optimaal te benutten, dienen kosten zoveel mogelijk naar voren te worden gehaald en opbrengsten te worden uitgesteld.
Jaar | Lage tarief VPB | Hoge tarief VPB |
2018 | 20%* | 25% |
2019 | 19%* | 24,3% |
2020 | 17,5%* | 23,9% |
2021 | 16%* | 22.25% |
Rente aftrekbeperking binnen de fiscale eenheid
Naar aanleiding van een uitspraak van het Europese Hof van Justitie en aangekondigde spoedmaatregelen door het Ministerie van Financiën, is er een wetsvoorstel ingediend. Het wetsvoorstel kiest ervoor om in bepaalde situaties de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting weg te denken.
Dit heeft tot gevolg dat ook binnen een fiscale eenheid renteaftrekbeperkingen aan de orde kunnen zijn bij onderlinge schulden.
Tegemoetkoming
In het wetsvoorstel staat wel een tegemoetkoming voor de in het MKB veel voorkomende gevallen. Deze tegemoetkoming betekent dat indien de totale rente minder dan € 100.000 bedraagt op onderlinge schulden (per fiscale eenheid), de renteaftrek niet zal worden beperkt. Deze tegemoetkoming loopt tot en met 31 december 2018. Vanaf 1 januari 2019 vervalt deze tegemoetkoming en kan iedere fiscale eenheid in het MKB tegen renteaftrekbeperkingen aan lopen.
Let op!
De tegemoetkoming geldt slechts vóór leningen die al vóór 25 oktober 2017, 11 uur bestonden.
Indien het wetsvoorstel wordt aangenomen, zal nog dit jaar beoordeeld moeten worden of renteaftrekbeperking aan de orde is en, indien nodig, hoe dit opgelost kan worden.
Afschaffen dividendbelasting
Het kabinet stelt voor om de dividendbelasting af te schaffen met ingang van 1 januari 2020. Dat is vooral gunstig voor buitenlandse bedrijven. Door deze maatregel wordt het voor buitenlandse bedrijven gunstiger om zich in Nederland te vestigen. Voor Nederlandse bedrijven bespaart het afschaffen van de dividendbelasting vooral administratief een hoop lasten. Doordat de dividendbelasting een voorheffing is bij Nederlandse aandeelhouders, zal het qua belasting voor Nederlandse aandeelhouders geen verschil maken.
Compensatie
Naar verwachting zal het schrappen van deze maatregel vele miljarden kosten. Ter compensatie kunnen bedrijven een belastingverhoging verwachten op een ander gebied. Met ingang van 1 januari 2020 wordt een bronbelasting ingevoerd. Het tarief van deze bronbelasting is gelijk aan de tarieven van de vennootschapsbelasting (23,9% in 2020 en 22,25% in 2021). Er komt met ingang van 2020 een bronheffing op dividenduitkeringen aan gelieerde vennootschappen. Vanaf 1 januari 2021 gaat dit ook gelden voor royalty’s en rente. Hier krijgen bedrijven mee te maken wanneer zij dividend, royalty’s of rente betalen aan een ander gelieerd bedrijf dat over de grens is gevestigd, in een land waar zeer lage belastingtarieven gelden of als er sprake is van misbruik.
Afschrijving gebouwen
De afschrijving op gebouwen wordt behoorlijk beperkt. Bedrijven mogen met ingang van 2019 afschrijven op een gebouw in eigen gebruik tot een boekwaarde is bereikt van 100% van de WOZ-waarde. Dit was 50% van de WOZ-waarde.
Verliesverrekening
De voorwaartse verliesverrekening wordt met ingang van 2019 beperkt van negen tot zes jaar. De achterwaartse verliesverrekening blijft één jaar. Om te voorkomen dat door deze wijziging een jonger verlies (geleden in 2019 of 2020) eerder verdampt dan een ‘ouder’ verlies (geleden in 2017 of 2018) is overgangsrecht voorgesteld. Een verlies geleden in 2019 wordt verrekend vóór verliezen geleden in 2017 en 2018. Een verlies geleden in 2020 wordt verrekend vóór een verlies geleden in 2018.
Tip!
Probeer verliezen naar voren te halen en zoveel mogelijk in 2018 te laten vallen. Dan is de termijn om deze verliezen nog te kunnen verrekenen negen jaar.
Lening bij de eigen B.V. gemaximeerd tot € 500.000?
Ondanks dat in het Belastingplan 2019 geen opmerking staat over schulden van de DGA (directeur-grootaandeelhouder) bij zijn eigen B.V. wordt er wel degelijk een opmerkelijke aankondiging gedaan. Het komt er op neer dat het kabinet de schuld aan de eigen B.V. wil beperken tot € 500.000. Deze maatregel moet op
1 januari 2022 ingaan.
Het kabinet gaat de volgende uitgangspunten hanteren:
- Als de totale som van schulden van de DGA aan zijn eigen vennootschap meer dan € 500.000 bedraagt, wordt dat meerdere als inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) in aanmerking genomen.
- Voor bestaande eigenwoningschulden aan de eigen vennootschap wordt een overgangsmaatregel getroffen.
Je hebt dus drie jaar de tijd om jouw schuld aan de B.V. terug te brengen tot maximaal € 500.000. Vanwege het oplopende tarief in box 2 vanaf 2020 kan het aan te raden zijn om een dividenduitkering in 2019 te doen ter vermindering van de schuld aan de B.V.
Het kabinet is voornemens het wetsvoorstel waarin deze maatregel is opgenomen in het voorjaar van 2019 bekend te maken.