Minister Van Gennip heeft op 3 april jl. haar plannen om de arbeidsmarkt te hervormen toegelicht. Het doel van de hervormingen is om de verschillen tussen vast en flex te verkleinen en oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden terug te dringen. Om dit te bereiken wil de regering de regels voor arbeidscontracten op een aantal punten wijzigen.
Oproepcontracten
Oproepcontracten (nuluren contracten) en min-maxcontracten verdwijnen. Hiervoor in de plaats komt een ‘basiscontract’. De werknemer dient een minimaal aantal uren aangeboden te krijgen. De werknemer dient voor 130 procent van het minimaal aantal uren beschikbaar te zijn en zich beschikbaar te houden. Oproepen boven deze omvang mag de werknemer weigeren. Het is de bedoeling dat het basiscontract onder de lage WW-premie komt te vallen.
Ketenregeling
De wachttijd in de ketenregeling wordt aangepast van 6 maanden naar 5 jaar. Een keten van tijdelijke contracten wordt niet meer onderbroken na een tussenpoos van zes maanden, maar na een termijn van 5 jaar. Hierdoor verwacht de regering dat tijdelijk werk ook echt tijdelijk is. Deze langere onderbrekingstermijn zal ook gaan gelden voor uitzendkrachten. Het kabinet schrapt bovendien de huidige mogelijkheid om bij cao af te wijken van duur en aantal contracten in de ketenregeling.
Uitzendovereenkomsten
Uitzendkrachten krijgen na 52 werkweken (fase A) een contract met meer zekerheid bij het uitzendbureau waar zij werken. Daarnaast dienen alle arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten gelijkwaardig te zijn aan die van de werknemers bij de inlener. Nu geldt dat slechts voor een deel van de arbeidsvoorwaarden. Uitzendbureaus moeten voor 1 januari 2025 voldoen aan certificeringseisen.
ZZP’ers
De Minister streeft met haar plannen meer duidelijkheid te geven over de vraag wanneer een overeenkomst van opdracht (ZZP overeenkomst) toch gekwalificeerd moet worden als een arbeidsovereenkomst. De Hoge Raad heeft recent in de Deliveroo-uitspraak handvatten gegeven, maar tevens aangegeven dat het aan de wetgever is om hierover meer duidelijkheid te verschaffen. De Minister geeft aan dat schijnzelfstandigheid moet worden teruggedrongen.
De regels rondom de kwalificatie van de arbeidsrelatie worden daarom verduidelijkt, zodat gemakkelijker wordt om vast te stellen of iemand een werknemer of ZZP’er is.
Er zullen straks drie hoofdelementen zijn:
1. materiële ondergeschiktheid (toezicht, instructies etc.);
2. de organisatorische inbedding van het werk, en;
3. als contra-indicatie voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst ‘zelfstandig ondernemerschap binnen de betreffende arbeidsrelatie’.
Een en ander wordt de komende tijd verder uitgewerkt in de Kamerbrief Werken met zelfstandigen. Het kabinet bouwt de zelfstandigenaftrek af en faseert de fiscale oudedagsreserve uit.
Daarnaast komt er een (verplichte) arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen.
Elke zelfstandige verzekert zich standaard voor een uitkering van 70% van het laatstverdiende inkomen tot aan de grens van 143% WML. De kring van verzekerden zijn IB-ondernemers.
De DGA valt daar niet onder. De premies van periodiek uitgekeerde arbeidsongeschiktheidsverzekeringen zijn fiscaal aftrekbaar. Er komt een opt-outregeling bij ten minste gelijkwaardige verzekering.
Vervanging bij ziekte
Kleine en middelgrote werkgevers (tot en met 100 werknemers) kunnen in de plannen van de regering voortaan al na één ziektejaar van een werknemer duidelijkheid krijgen over de mogelijkheid van duurzame vervanging van de zieke werknemer. Zij kunnen zelf besluiten om spoor 1 re-integratie te staken en zich te richten op spoor 2. Voor de werkgever is dan duidelijk dat hij geen plek meer beschikbaar hoeft te houden voor de werknemer en heeft de werkgever duidelijkheid dat hij de zieke medewerker duurzaam kan vervangen.
Versoepelen hoogte WW-premie bij overwerk
Op dit moment dien je, als een werknemer gemiddeld over het jaar meer dan 30 procent heeft overgewerkt, met terugwerkende kracht de hoge WW-premie over het loon te betalen. De verhoogde premie van 5%-punten bij een overschrijding van 30%, geldt niet ingeval de werknemer een vast contract voor ten minste 30 uur per week heeft (is thans 35 uur).
Crisisregeling werkbehoud
Er komt een crisisregeling werkbehoud (voorheen deeltijd WW). Werkgevers kunnen aanspraak op deze regeling maken als zij ten minste 20% minder werk hebben over de gehele onderneming. Bedrijven kunnen maximaal zes maanden gebruik maken van de regeling. Bedrijven kunnen op deze manier bij calamiteiten (zoals corona) en crisis hun werknemers aan zich blijven binden.
Inwerkingtreding?
De bedoeling is, zo gaf Minister Van Gennip aan, dat deze zomer bovenstaande hervormingen ter internet consultatie worden voorgelegd, waarna deze in het voorjaar 2024 aan de Tweede Kamer worden aangeboden.
Alhoewel de wijzigingen nog niet in gaan, is het wel verstandig de ontwikkelingen in de gaten te houden, dat geldt met name als veel gewerkt wordt met oproepkrachten, uitzendkrachten en/of ZZP’ers. Wij zullen je uiteraard van het verloop op de hoogte houden. Heb je vragen over dit artikel? Mail ons via Juristen@JAN.nl