Sinds de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) in 2015 maakt een werknemer in beginsel aanspraak op een transitievergoeding in het geval zijn/haar het dienstverband 2 jaar of langer heeft geduurd én het dienstverband op initiatief van de werkgever is opgezegd (na toestemming van het UWV), ontbonden door de kantonrechter of niet is verlengd.
Voor de berekening van de hoogte van de transitievergoeding wordt gekeken naar de leeftijd, het aantal dienstjaren en de hoogte van het salaris.
Kleine werkgevers kunnen eventueel in aanmerking komen voor de Overbruggingsregeling voor de transitievergoeding.
De Overbruggingsregeling houdt in dat voor de berekening van het aantal dienstjaren, maanden die gelegen zijn vóór 1 mei 2013 buiten beschouwing mogen worden gelaten bij het vaststellen van de hoogte van de transitievergoeding.
Tot 1 januari jl. golden zeer strenge voorwaarden om in aanmerking te komen voor de Overbruggingsregeling. In de praktijk betekende dit dat slechts in zeer uitzonderlijke gevallen van deze regeling gebruik kon worden gemaakt.
Om te voorkomen dat het betalen van een transitievergoeding in bepaalde situaties tot een onevenredig zware belasting voor werkgevers leidt, is de regeling nu versoepeld.
De versoepelde Overbruggingsregeling houdt het volgende in:
- Er moet sprake zijn van een ontslagaanvraag vanwege een slechte financiële situatie; en
- De werkgever heeft gemiddeld minder dan 25 werknemers in dienst in de periode van 1 juli tot en met 31 december in het jaar voorafgaande aan de ontslagaanvraag; en
- Voortaan geldt dat over de drie boekjaren (vóór het boekjaar waarin de ontslagaanvraag is ingediend) het netto resultaat gemiddeld negatief moet zijn; en
- In plaats van de voorwaarde dat aan het einde van het voorafgaande boekjaar van de onderneming sprake moet zijn van een negatief eigen vermogen, geldt nu dat de waarde van het eigen vermogen in dat jaar hoogstens 15% van het totale vermogen is, en
- Dat de waarde van de vlottende activa lager is dan de schulden aan het einde van het boekjaar vóór het boekjaar waarin de ontslagaanvraag is ingediend. Het gaat daarbij om schulden met een resterende looptijd van maximaal 1 jaar.
De Overbruggingsregeling voor de transitievergoeding blijft overigens slechts van tijdelijke aard en eindigt per 1 januari 2020. Daarna geldt dus voor álle kleine werkgevers dat zij verplicht zijn om bij ontslag een transitievergoeding over het volledige dienstverband van de werknemer te betalen.
Heb je vragen over de Overbruggingsregeling, de transitievergoeding of ontslagrecht in het algemeen, dan helpen wij graag. Je kunt daartoe contact opnemen met een van de juristen van JAN©.