Er is al lange tijd veel te doen over de box 3 belasting. Zeker de laatste tijd na de Hoge Raad uitspraak van 24 december 2021, waar veel over is geschreven. Maar hoe e.e.a. nou precies wordt aangepakt, is helaas nog niet duidelijk. Dit is de stand van zaken.
De Hoge Raad uitspraak van 24 december 2021
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de wijze van box 3 heffing over 2017 en 2018 in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het vermogen in box 3 wordt tot nu toe belast met een fictief rendement dat stijgt bij een groter vermogen. Hierdoor kan het gebeuren dat je meer belasting betaalt dan je aan rendement hebt behaalt. Volgens de Hoge Raad mag de te betalen belasting niet hoger zijn dat het werkelijke rendement. De Hoge Raad heeft direct rechtsherstel geboden, de wet moet dus aangepast worden. De uitdaging is dat er niet is aangegeven hoe de heffing over het vermogen nu moet worden bepaald.
De uitdaging
Voor spaargelden is het redelijk eenvoudig om te bepalen wat het werkelijk rendement is geweest. Over banktegoeden is -al dan niet- rente behaald. De uitdaging zit bij de beleggingen en het vastgoed.
Wanneer een aandeel of pand in waarde is gestegen maar deze niet is verkocht, kun je stellen dat sprake is van ‘verrijking’. Het bezit is immers meer waard geworden. Maar, moet er bij het bepalen van het werkelijke rendement rekening worden gehouden met ongerealiseerde (koers)winsten? En tellen de kosten die zijn betaald om het rendement te behalen dan ook mee? Dit zijn slechts een paar vragen die aantonen dat het bepalen van het werkelijke rendement nog niet zo eenvoudig is.
De Belastingdienst reageert
Op 4 februari 2022 heeft de Belastingdienst een reactie gegeven op de uitspraak van de Hoge Raad over de massaal bezwaarprocedures box 3 over de jaren 2017 en 2018. Omdat het systeem van box 3 in de jaren 2019 en 2020 hetzelfde is gebleven, doet de Belastingdienst nu in één keer uitspraak over de jaren 2017 t/m 2020. De Belastingdienst geeft aan dat de ruim 200.000 bezwaarschriften die bij het massaal bezwaar horen gegrond worden verklaard.
Wat echter nog niet duidelijk is, is hoe de Belastingdienst de bezwaren gaan behandelen. Er is niet aangegeven wie geld terugkrijgt, hoeveel dat zal zijn en wanneer dit uitbetaald zal worden.
Het kabinet heeft op haar beurt ook aangegeven er eerst te naar willen kijken. Het doel is hierover te beslissen bij de voorjaarsbesluitvorming, dit is begin mei. Er zal zorgvuldig gekeken worden naar hoe de belastingbetaler tegemoet gekomen gaat worden. Het gaat immers om miljarden aan geheven belastingheffing én hoe er in de toekomst moet worden omgegaan met de belastingheffing over vermogens.
Wat te doen in de tussentijd?
De Belastingdienst heeft aangegeven geen aanslagen te versturen met box 3 heffing tot er meer duidelijk is. Dit is echter niet het geval als een aanslag dreigt te verjaren. De aanslagen worden hersteld zodra er duidelijkheid is over de manier van behandelen. Ontvang je in de tussentijd toch een aanslag met box 3 heffing én ben je van mening dat het behaalde rendement lager is dan de te betalen belasting? Dan maakt JAN© graag bezwaar ter behoud van rechten. Let op! Bezwaar maken moet altijd binnen 6 weken na de dagtekening van de aanslag, dus stuur je aanslag z.s.m. aan je adviseur bij JAN©.
JAN© adviseert je verder de voorlopige aanslagen die zijn opgelegd gewoon te betalen om te voorkomen dat je straks met belastingrente te maken krijgt. De aangifte moet ook zoals gewoonlijk worden gedaan, met het vermogen over box 3. Later zal duidelijk worden hoe de box 3 heffing zal worden berekend. De definitieve aanslagen zullen waarschijnlijk later worden opgelegd dan gebruikelijk aangezien er bij de vaststelling rekening moet worden gehouden met het arrest van de Hoge Raad d.d. 24 december 2021. De vraag is dan wel hoe de Belastingdienst om gaat met het berekenen van de belastingrente. Het zou niet rechtvaardig zijn om rente in rekening te brengen wanneer de Belastingdienst zelf meer tijd nodig heeft voor het opleggen van een aanslag.
Box 3 heffing vanaf nu
JAN© is benieuwd naar de ontwikkelingen van de belastingheffing over box 3 de komende tijd. Er zal een nieuw stelsel ingevoerd moeten worden op basis van het werkelijke rendement. Het kabinet heeft echter al aangegeven dat het nieuwe stelsel pas vanaf 2025 ingevoerd kan worden. Banken en verzekeraars zullen andere gegevens moeten aanleveren aan hun klanten en de systemen van de Belastingdienst moeten aangepast worden. Dit schijnt de nodige tijd te kosten. Om deze tijd te overbruggen komt er spoedwetgeving, het kabinet heeft aangegeven voor 1 april a.s. de Tweede Kamer nader te informeren.
Vragen?
Heb je vragen over wat dit betekent voor jouw positie? Neem dan contact op met je belastingadviseur bij JAN© of met Dave de Heiden via DavedeHeiden@JAN.nl of 088-2202318