Blog: Verplichte deelneming bedrijfstakpensioenfonds
De Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet BPF) geeft aan de Minister van SZW de mogelijkheid om – op aanvraag van het georganiseerde bedrijfsleven binnen een bedrijfstak – deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds verplicht te stellen. Dit geldt voor een of meer bepaalde groepen van personen die werkzaam zijn in deze bedrijfstak. Op dit moment kennen we in Nederland 59 verplichte bedrijfstakpensioenfondsen.
De werkgevers in deze bedrijfstakken zijn dus verplicht om zich bij het betreffende BPF aan te sluiten en de statuten en reglementen, inclusief de hierop gebaseerde bestuursbesluiten, na te leven. Deze statuten en reglementen bevatten ook bepalingen die gaan over de door de werkgever verschuldigde premie. De betreffende werknemers bouwen dus automatisch pensioenaanspraken op bij het BPF.
In februari 2012 is door de Hoge Raad bevestigd dat een persoon die kan aantonen werknemer te zijn geweest binnen een bepaalde bedrijfstak bij het van toepassing zijnde BPF pensioenaanspraken heeft opgebouwd ook al was hij in de administratie van het BPF niet bekend. In diverse rechtbankuitspraken is bevestigd dat aan een pensioenfonds zeer ruime bevoegdheid toekomt om de verschuldigde premie op de werkgever, dan wel de bestuurder hiervan, te verhalen. Ook over het verleden.
Er is ook het Vrijstellings- en boetebesluit Wet BPF. Op basis hiervan is het bestuur van een pensioenfonds, op verzoek van een werkgever, verplicht om vrijstelling te verlenen indien deze werkgever al minimaal zes maanden een eigen pensioenregeling heeft op het moment dat de verplichtstelling op hem van toepassing wordt. Verder zijn er nog een aantal gronden waarop de werkgever vrijstelling kan krijgen. Aan elke vrijstelling verbindt de wet wel een aantal voorwaarden.
Is je onderneming aangesloten bij een Bedrijfstakpensioenfonds en wil je advies, neem dan contact op met een van onze pensioenadviseurs.